Procotol bij ziekte kinderen

Ziekte bij kinderen

 

Datum vaststelling : juni 2006

Laatste wijziging    : mei 2017

Vindplaats              : gezondheid en ziekte

 

Zieke kinderen kunnen de opvang niet bezoeken. Dit in het belang van het kind zelf, maar ook in het belang van de in de groep aanwezige kinderen.

 

Een kind is ziek als:

  • het koorts heeft (38 graden Celsius of hoger);
  • het zich niet meer kan handhaven in de groep, omdat het zich niet lekker voelt;
  • Als er sprake is van de een besmettelijke ziekte volgen wij de richtlijnen van de GGD. www.ggdhm.nl.

In twijfelgevallen wordt het kind door de leidsters gericht geobserveerd:

  • Speelt het kind zoals je van hem of haar gewend bent?
  • Praat het kind zoals je gewend bent?
  • Reageert het op wat je zegt of doet?
  • Voelt het warm aan?
  • Huilt het vaker of langer dan anders?
  • Heeft het regelmatig een natte luier?
  • Gaat het naar de wc en wat is het resul­taat?
  • Wil het steeds liggen of slaapt het meer dan anders?
  • Klaagt het kind over pijn?

Niet elke gedragsverandering wordt door ziekte veroorzaakt en het is ook niet de be­doeling dat leidsters een diagnose gaan stellen. Het gaat erom dat er besloten wordt of het kind op de groep kan blijven. Het belang van het zieke kind staat hierbij voorop, maar er moet ook rekening worden gehouden met het belang van de andere kinderen. Een kind dat zich ziek voelt en niet met het normale dagritme mee kan doen, kan beter niet op De Kroost blijven. Er zijn te weinig moge­lijkheden om aan een ziek kind de noodza­kelijke extra aandacht te geven en een rustige omgeving te creëren die een ziek kind nodig heeft om weer beter te worden.

 

Bereikbaarheid ouders

Als een kind ziek wordt tijdens een dag op De Kroost, wordt er contact opgenomen met de ouders. Het is daarom van groot belang dat ouders goed bereikbaar zijn en dat zij eventuele wijzigingen van adres en/of telefoonnummers van privé en werk direct aan de leidsters op de groep doorgeven.

Bij plaatsing van een kind op De Kroost wordt aan ouders gevraagd deze gegevens te vermelden op het calamiteitenformulier.

Indien ouders niet in staat zijn om zelf het kind bij ziekte op te halen en te verzorgen, moet er op de groep een telefoonnummer van een ander persoon (grootouders, buren, vaste oppas of een andere vervangende verzorger) aanwezig zijn.

 

In een kinderdagverblijf is door de vele contacten met andere kinderen en volwassenen een iets grotere kans op besmetting dan in de thuissituatie.

 

Van ouders wordt verwacht dat zij melden als hun kind ziek is. Dit graag voor 9.00 uur ’s morgens aan de groep door geven.

 

Weer beter

Een kind kan weer op De Kroost komen als het hersteld is van zijn/haar ziekte. Een kind is niet beter als met medicijnen de koorts wordt onderdrukt.

Bij vragen of twijfel kan overlegd worden met de leidsters of de leidinggevende.

 

De ouders worden over eventuele heersende infectieziekten geïnformeerd door een briefje op de deur. De regeling voor infectieziekten wordt gehanteerd, zoals opgesteld door de GGD. Van een aantal ziekten wordt melding gemaakt bij de GGD. Dit is vastgelegd in de richtlijnen van de GGD.

 

In de volgende situaties wordt direct een huisarts of ambulance ingeschakeld

Wanneer er voor een kind acuut gevaar dreigt wordt vanuit het kinderdagverblijf direct een arts ingeschakeld. Voorbeelden van dergelijke gevallen zijn:

  • een kind dat het plotseling benauwd krijgt
  • een kind dat bewusteloos raakt of niet meer op je reageert
  • een kind met plotselinge hele hoge koorts
  • ongevallen

Wanneer een huisarts niet bereikbaar is wordt in geval van een noodsituatie een ambulance gebeld.

Als een kind naar het ziekenhuis moet, gaat één van de leidsters mee.

Wanneer een huisarts wordt ingeschakeld of een kind gaat met een ambulance naar het ziekenhuis, worden de ouders zo snel mogelijk op de hoogte gebracht.

 

Medicijnen en medisch handelen

Soms kan het wenselijk zijn dat een kind medicijnen toegediend krijgt gedurende zijn verblijf in het kinderdagverblijf. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Er moet op toegezien worden dat het kind zijn medicijnen op tijd krijgt en ook in de juiste hoeveelheid.

Tijdens een drukke dag en met de zorg voor nog zoveel andere kinderen kunnen wel eens fouten gemaakt kunnen worden. Als de leidster daarvoor de verantwoordelijkheid neemt is ze hoofdelijk aansprakelijk voor de gevolgen van deze gemaakte fouten.

Om te voorkomen dat een leidster hiermee geconfronteerd wordt, heeft De Kroost de volgende maatregelen genomen:

  1. De leidster die het kind verzorgt kan het toedienen van medicijnen altijd weigeren.
  2. Als de leidster bereid is medicijnen te geven, wordt aan de ouders/verzorgers gevraagd het formulier ‘toedienen medicijnen te ondertekenen, waarmee zij zelf de verantwoordelijkheid nemen.
  3. De leidster dient allen medicatie toe die is voorgeschreven door een arts
  4. De leidster zal geen koorts onderdrukkende middelen (paracetamol) toedienen.

De leiding en de leidsters van De Kroost zijn niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het toedienen van medicijnen als dit gebeurt op verzoek van de ouder. Ook nalatigheid m.b.t. het toedienen valt niet onder de verantwoordelijkheid van de leiding of leidster.

 

logo_bk_liggend_def