Zelfstandig oordeelsvermogen

In drie 7-jaarsfasen groeit het kind op tot een volwassen mens met een zelfstandig oordeelsvermogen. Hiermee heeft de jong volwassene een kompas op zak waarmee hij zijn weg zal kunnen vinden in het leven. De basis hiervoor wordt gelegd in de kindertijd en hangt samen met de ontwikkeling van het ik (de geestelijke kern van de mens). Deze verloopt volgens een bepaald ritme waarbij drie momenten van belang zijn. Deze kunnen vaak als lastig worden ervaren, zowel voor de opvoeders als voor het kind zelf. Het vergt geduld, doorzettingsvermogen en creativiteit om kinderen goed door deze periode heen te loodsen. En door ze te herkennen en te begrijpen, kunnen we de kinderen hierin goed begeleiden.

Rond het 3e levensjaar ontwaakt het ik-bewustzijn als het kind zichzelf ‘ik’ gaat noemen en ‘nee’ gaat zeggen (de koppigheidsfase). Het kind zoekt ervaringen op om zichzelf als een eigen persoon te beleven. Dat kan niet in de ‘ja’ en meegaandheid, wel in de ‘nee’ en koppigheid.

Rond het 10e levensjaar beleeft het kind zich voor het eerst op zichzelf staand, los van de wereld waarin het zich tot dan toe opgenomen voelde. Deze ik-beleving gaat vaak gepaard met gevoelens van eenzaamheid en met scherpe kritiek. Het kind gaat opmerken wat eigenaardig is aan de ander. Allerlei activiteiten waarbij het kind zich opgenomen kan voelen in een geheel kunnen in deze periode helpend zijn. Bijvoorbeeld samen muziek maken, samen werken aan een toneelstuk of met de natuur bezig zijn.

De derde fase gaat over de ik-verwerkelijking, die zich in de puberteit aandient.

mooie-tractor-heb-ik-he